Dit is een uitgebreide studie over het gebruik van de uitdrukking “de hemel en de aarde” in de Bijbel. De Bijbel gebruikt de uitdrukking “de Hemel en de Aarde” vele malen door zijn 66 boeken. Het is de eerste zin waar Genesis mee begint en het is de focus van de laatste 2 hoofdstukken van Openbaring.
Genesis 1:1 “In het begin schiep God de hemel en de aarde.”
Openbaring 21:1 “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.”
Het wekt daarom geen verbazing dat de rest van de Bijbel ook vaak de uitdrukking “hemel en aarde” aanhaalt. Eigenlijk kan je zeggen dat de Bijbel zich hierop concentreert. Dus wat betekent de uitdrukking “de hemel en de aarde” eigenlijk? De meeste christenen zouden zeggen zoiets als “het is alles rond om ons heen. Het is de fysieke aarde en de fysieke zon, maan en sterren, het fysieke heelal.” Maar is dat altijd de betekenis van “de hemel en de aarde” in de Bijbel?
Denk eens aan het volgende: als jij wordt gevraagd om de Bijbel in één zin samen te vatten, wat zou je dan zeggen? Ik weet wat ik zou zeggen: het gaat over verzoening – het herstel van de relatie tussen God en de mensen. Daar kan je eigenlijk niet om heen, toch? Denk hier eens over na: hoe past dit thema van God en de verlossing van Zijn volk in de schepping en de herschepping van het fysieke universum? Lijkt een beetje vreemd niet?
Vandaag leven we in een christelijke cultuur gedomineerd door onderwijs volgens het dispensationalisme…
Dispensationalisme is de leer dat er verschillende fasen zijn waarin God zijn heilsplan met de mens uitvoert. Deze leer stamt af van de protestantse onderscheiding in verbonden die God met de mens heeft gemaakt, zoals het werkverbond met Adam in de hof van Eden, en het genadeverbond in Jezus Christus. Volgens het dispensationalisme (of de bedelingenleer, zoals het in Nederland genoemd wordt) heeft God met Adam, Noach, Abraham, Mozes, David, en in Jezus Christus alternatieve verbonden gesloten. Ook met het Joodse volk en met de Kerk heeft God een alternatief verbond gesloten. De Joden bevinden zich dus nog als het ware onder het Oude Testament, de ‘oude bedeling’, Gods oude manier van doen en zullen als zodanig ook behandeld worden. Volgens deze leer is de bedeling met de Gemeente tijdelijk. Als Christus in heerlijkheid wederkomt, vóór het Duizendjarig Rijk, zal God het verbond weer opnemen met Zijn volk Israël, dat nu op een zijspoor is gezet. Dan zal Jezus als koning heersen in de lijfelijk bestaande tempel in Jeruzalem. God voert dus als het ware een twee sporenbeleid, één spoor voor alle mensen, en een ander spoor met het volk Israël. Het dispensationalisme is bedacht door John Nelson Darby, de eerste grote voorman van de Vergadering van Gelovigen, en het is vanuit de Vergadering aanvankelijk verbreid over heel de evangelische wereld.
Deze methode van interpretatie gaat veelal uit van letterlijke uitleg. Dus als we dan in de Bijbel een tekst gedeelte “hemel en aarde” tegenkomen, dan hebben we geleerd dat we de betekenis accepteren zoals we dat ook zouden doen in de wereld van vandaag, en dat is de fysieke hemel en de planeet aarde. Dit concept is gemakkelijk voor ons omdat we om ons heen regelmatig beelden zien van hemel en aarde. We zien ze in natuurseries op de tv en internet. Maar denk eens aan de mensen die toen in die Bijbelse tijd leefden. Zij hadden dat nooit gezien, ze waren ook niet op de hoogte met datgene wat wij vandaag wel weten. Hoe zouden zij de uitdrukking “hemel en aarde” begrepen hebben?
Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden:
Deuteronomium 4:26 “dan roep ik heden de hemel en de aarde tot getuige tegen u, dat u zeker al snel zult verdwijnen uit het land waarvoor u de Jordaan oversteekt om het in bezit te nemen. U zult uw dagen daarin niet verlengen, maar zeker weggevaagd worden.”
Job 20:26 “Alle duisternis wacht heimelijk op zijn verborgen goederen. Een vuur dat niet is aangeblazen, verteert hem; wie is overgebleven in zijn tent, vergaat het slecht. 27 De hemel zal zijn ongerechtigheid openbaren, en de aarde staat tegen hem op.”
Riep Mozes hier het fysieke universum op om tegen de mensen te getuigen? En met betrekking tot de passage in Job: zou de hemel zijn gerechtigheid openbaren? Tekstgedeelten zoals deze gebruiken een metaforisch taal om iets geestelijk of iets van een verbond aan te geven. De Bijbel is vol van dit taalgebruik. Nu zeg ik niet dat de Bijbel nooit de uitdrukking “hemel en aarde” gebruikt in fysieke zin. Maar er zijn veel passages, zoals die twee hierboven, die laten zien dat de “hemel en aarde” een andere betekenis aangeeft dan het fysieke universum en dat is op zijn minst een studie waard. Laten we nog eens tekstgedeelte bekijken:
Psalm 19:2 “De hemelen vertellen Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.”
Dit vers wordt vaak gebruikt om te laten zien hoe de zon, maan en sterren (fysieke universum) over de heerlijkheid van God vertellen.
Psalm 19:2 “De hemelen vertellen Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen. 3 De ene dag spreekt overvloedig tot de andere, de ene nacht geeft kennis door aan de andere. 4 Geen spreken is er, geen woorden zijn er,hun stem wordt niet gehoord. 5 Hun richtlijn gaat uit over heel de aarde, hun boodschap tot aan het einde van de wereld. Hij heeft daar een tent opgezet voor de zon. 6 En die is als een bruidegom, die zijn slaapkamer uit gaat; hij is vrolijk als een held om snel het pad te lopen. 7 Aan het ene einde van de hemel is zijn opgang, zijn omloop is tot het andere einde; niets is verborgen voor zijn zonnegloed.”
Vertellen de hemelen hier iets? Geven zij kennis door? Let op hoe deze passage spreekt over activiteiten van de hemelen en hoe dit tot “hun“ spreekt in de derde persoonsvorm (hun richtlijn). Wie vertelt over de heerlijkheid van god? Deze passage gaat over Gods volk en heeft duidelijk een profetische boodschap over een nieuwe verbond met Christus als de bruid. Betekent dit nu dat de fysieke hemel niet de heerlijkheid van God laat zien? Dat zeg ik niet, ik geloof dat zij dat zeker doen. Ik geloof dat de fysieke hemelen en aarde duidelijk de heerlijkheid van God laat zien en ik prijs God daarvoor. Echter het fysieke is vaak niet de focus van deze verbondspassages. God gebruikt de beeldspraak van de hemelen om een grotere waarheid te laten zien, een geestelijke waarheid.
Nu zul je misschien denken, waar haalt hij het idee vandaan dat de hemel en aarde Gods volk en zijn verbond met hun voorstelt? Herinner je wat God aan Abraham beloofde? Hoe hij de vader van vele volken zou worden en hoe zijn nazaten zouden zijn als de sterren aan de hemel en als het stof van de aarde?
Genesis 13:16 “En Ik zal uw nageslacht maken als het stof van de aarde; als iemand het stof van de aarde zou kunnen tellen, dan zou ook uw nageslacht geteld kunnen worden.”
Genesis 15:5 “Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. 6 En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.”
Genesis 22:15 “Daarna riep de Engel van de HEERE tot Abraham voor de tweede keer vanuit de hemel. 16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de HEERE: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt, 17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben. 18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.”
En Hij zei dat ook tegen Izak:
Genesis 26:4 “Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, 5 omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft.”
Mozes herinnerde het volk aan:
Exodus 32:13 “Denk aan Abraham, aan Izak en aan Israël, Uw dienaren, aan wie U bij Uzelf hebt gezworen en tot hen gesproken hebt: Ik zal uw nageslacht talrijk maken als de sterren aan de hemel, en dit hele land waarover Ik gesproken heb, zal Ik aan uw nageslacht geven, zodat zij het voor eeuwig in erfbezit nemen.”
Voordat zij het beloofde land binnengingen was de belofte aan Abraham vervuld:
Deuteronomium 1:9 “Ik heb in die tijd tegen u gezegd: Ik alleen kan u niet dragen. 10 De HEERE, uw God, heeft u talrijk gemaakt, en zie, u bent heden zo talrijk als de sterren aan de hemel.”
Deuteronomium 10:22 “Met zeventig zielen trokken uw vaderen naar Egypte, en nu heeft de HEERE, uw God, u zo talrijk gemaakt als de sterren aan de hemel.”
En Nehemia herinnerde het volk aan:
Nehemia 9:23 “Hun kinderen hebt U talrijk gemaakt als de sterren aan de hemel. U hebt hen naar het land gebracht waarvan U tegen hun vaderen had gezegd dat zij het binnen zouden gaan om het in bezit te nemen.”
God had een fundatie gelegd, wat betekende dat de hemel Zijn verbondsvolk voorstelde. Hij gebruikte de sterren (hemel) en stof (aarde) als metafoor om de veelheid van het zaad van Abraham voor te stellen. Laten we verder kijken. Kijk eens hoe Mozes voordat hij stierf, zijn volk voorbereidde om het beloofde land binnen te gaan:
Deuteronomium 30:19 “Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, 20 door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden – want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen – om te blijven in het land dat de HEERE uw vaderen, Abraham, Izak en Jacob, gezworen heeft hun te geven.”
Deuteronomium 31:28-30 “Roep alle oudsten van uw stammen en uw beambten bij mij samen. Ik zal deze woorden ten aanhoren van hen spreken en de hemel en de aarde tot getuige tegen hen nemen. 29 Want ik weet dat u na mijn dood zeker op verderfelijke wijze zult handelen, en van de weg die ik u geboden heb, zult afwijken. Dan zal dit kwaad u in later tijd overkomen, wanneer u doet wat slecht is in de ogen van de HEERE om Hem door het werk van uw handen tot toorn te verwekken. 30 Toen sprak Mozes ten aanhoren van heel de gemeente van Israël de woorden van dit lied, totdat ze voltooid waren:”
Deuteronomium 32:1 “Hoor mij aan, hemel, dan zal ik spreken! Laat de aarde de woorden van mijn mond horen.”
Mozes stelde het volk van God voor als de hemel en de aarde. De fysieke hemel en aarde hebben geen oren. Hij spreekt over Israël. Israël was Gods “hemel en aarde.” Zij waren Zijn verbondsvolk. We komen hier later op terug, maar laten we eerste eens kijken naar paar voorbeelden van deze taal met betrekking tot het begin van Genesis, ofwel de oorspronkelijke schepping. Hier is een Schriftgedeelte van Zacharia, die duidelijk zinspeling maakt naar het scheppingsverhaal in Genesis:
Zacharia 12:1 “De last, het woord van de HEERE over Israël. De HEERE spreekt, Die de hemel uitspant, de aarde grondvest en de geest van de mens in zijn binnenste vormt.”
Vergelijk dit met het tekstgedeelte over de schepping:
Genesis 2:7 “toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.”
Let op wat hier gebeurd. Het is spitsvondig, maar toen God de eerste mens schiep, verbond Hij aarde (stof van de aarde) met hemel (de levensadem) en de mens werd een levend wezen (ziel). Adam was gedeeltelijk Goddelijk, hij had de levensadem van God (de Geest van God). En dat bracht hem tot leven (een verbondsleven). Laten we nog wat verder teruggaan:
Genesis 2:1 “Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht.”
Dit is fascinerend. God verklaart hier dat de hemel en aarde voltooid waren, en heel hun legermacht. Het Hebreeuwse woord hier voor legermacht is tseba’ah (uitspraak: sae-ba). De oorspronkelijke betekenis van dit woord is “een massa mensen, speciaal bijeen geroepen om oorlog te voeren.” Dus ook hier in Genesis 2 zien we dat God de hemel en aarde een massa mensen noemt. Hier is een tekstverwijzing ter overweging:
Exodus 6:26 “Deze Aäron en Mozes zijn het tegen wie de HEERE zei: Leidt de Israëlieten uit het land Egypte, ingedeeld naar hun legereenheden.”
Het woord hier voor “legereenheden” is ook tseba’ah. We zien dit woord gebruikt worden in heel de Pentateuch (5 boeken van Mozes) waar het de kinderen van Israël voorstelt.
Verder:
Genesis 2:4 “Dit zijn de geboorten (generaties) van de hemel en de aarde, toen zij geschapen werden. Op de dag dat de HEERE God aarde en hemel maakte,”
Opnieuw zien we hier een voorbeeld van de hemel en aarde die verwijst naar mensen. Het Hebreeuwse woord hier voor geboorten (generaties) is toledah, en de betekenis ervan omvat o.a. het nageslacht, afstammelingen.
Dit woord wordt in het OT 37 keer vertaald als “generaties”, in overeenstemming met de vertaling zoals ook hier in Genesis. Adam was het begin van de genealogie (stamboon) van de hemel en de aarde. Dit is een verder bewijs dat de hemel en aarde, geschapen in Genesis 1, hoofdzakelijk verwijst naar Gods verbondsvolk. Waar het hier eigenlijk om gaat is dat de fysieke oorsprong van de hemel en aarde werd vergezeld van de geboorte van het verbond tussen God en de mens. Kijken we nu naar Genesis 5:
Genesis 5:1 “Dit is het boek van de afstammelingen (toledoth) van Adam. Op de dag dat God Adam schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis van God.”
Hier wordt rechtstreeks Genesis 2:4 aangehaald. Het zegt zelfs: “op de dag dat God Adam schiep”. Als je het ziet in deze context kan je het eigenlijk niet missen. Generaties spreekt over de geschiedenis van mensen, niet over levenloze voorwerpen van het universum. Als God nu doorgaat de verbondslijn te openbaren, gebruikt Hij dezelfde taal.
Genesis 6:9 “Dit zijn de afstammelingen van Noach. Noach was een rechtvaardig, oprecht man onder zijn tijdgenoten, en Noach wandelde met God.”
Genesis 10:1 “Dit zijn de afstammelingen van de zonen van Noach, Sem, Cham en Jafeth. Bij hen werden na de vloed zonen geboren.”
Genesis 11:10 “Dit zijn de afstammelingen van Sem: Sem was honderd jaar oud, toen hij Arfachsad verwekte, twee jaar na de vloed.”
Genesis 11:27 “Dit zijn de afstammelingen van Terah: Terah verwekte Abram, Nahor en Haran; en Haran verwekte Lot.”
Genesis 25:19 “Dit zijn de afstammelingen van Izak, de zoon van Abraham; Abraham verwekte Izak.”
Genesis 37:1 “Jakob woonde in het land waar zijn vader als vreemdeling gewoond had, in het land Kanaän. 2 Dit zijn de afstammelingen van Jakob.”
Vanaf Adam, tot Noach, tot Abraham, tot Izak en Jacob (Israël), dit was de genealogie (stamboon) van de hemel en aarde. Lukas 3 laat ons zien hoe deze genealogie naar Christus leidt. Christus beloofde een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (2 Petrus 3:13) waar gerechtigheid zou wonen (later meer hierover). Voor dat we verder gaan hier is een ander tekstgedeelte dat laat zien wat Israël verstond onder “de hemel en de aarde.” Herinner je de droom van Jozef in Genesis 37?
Genesis 37:9 “Hij kreeg nog een andere droom, en vertelde ook die aan zijn broers. Hij zei: Zie, ik heb weer een droom gehad; en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer. 10 Toen hij dit aan zijn vader en zijn broers vertelde, bestrafte zijn vader hem en zei tegen hem: Wat is dat voor een droom die je gehad hebt? Moeten wij, namelijk ik, je moeder en je broers, soms naar je toe komen om ons voor jou ter aarde neer te buigen? 11 Zijn broers waren jaloers op hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten.”
Israël (Jacob) had geen uitleg van de droom nodig. Hij wist precies wat die droom betekende, dat zij (Jacob en zijn familie) zouden buigen voor Jozef. De elf sterren refereerde naar de elf broers van Jozef. De zon, maan, en sterren (de hemelen) waren een directe verwijzing naar de familie van Israël, het volk Israël zelf dus.
De hemel en aarde in de psalmen.
Je kunt je afvragen of de rest van de Bijbel een zelfde soort taal voor “hemel en aarde” gebruikt. Ik geloof van wel. Laten we eens kijken naar een paar tekstgedeeltes uit de Psalmen. In de psalmen zitten vaak profetische boodschappen over het nieuwe verbond en over Christus en zouden ons dus meer inzicht kunnen geven over de werkelijke betekenis van “de hemel en aarde.” We hebben al gekeken naar Psalm 19. Laten we nu eens een paar andere bekijken.
Psalm 69:31 “Ik zal Gods Naam loven met gezang en Hem met dankzegging groot maken. 32 Het zal de HEERE aangenamer zijn dan een rund of een jonge stier met hoornen en gespleten hoeven. 33 Als de zachtmoedigen dit zien, zullen zij zich verblijden; u die God zoekt, uw hart zal leven. 34 Want de HEERE hoort de armen, Hij veracht Zijn gevangenen niet. 35 Laten hemel en aarde Hem loven, de zeeën en al wat daarin krioelt. 36 Want God zal Sion verlossen en de steden van Juda herbouwen; daar zullen zij wonen en het bezitten. 37 Het nageslacht van Zijn dienaren zal het in erfelijk bezit krijgen; wie Zijn Naam liefhebben, zullen daarin wonen.”
Deze passage is zeer duidelijk: de hemel en aarde loven Hem, zelfs de zee en alles wat er in is. Is het nu zo dat vissen, haaien en walvissen de Here loven? Sommigen zullen zeggen van wel. Zij in het kamp van de letterlijke uitleg zeggen dat de zee en alles wat daarin is, eigenlijk daarmee Gods schepping loven en prijzen. Ik geef toe dat Gods werk in de fysieke schepping prachtig is en dat het lijkt alsof de schepping God prijst, alles ademt tenslotte de grootheid van God uit. Maar ik geloof niet dat de vissen, haaien, walvissen, dolfijnen, rotsen, bergen, planeten of zelfs het sterrenstelsel Hem letterlijk eren. Zij beelden wat anders uit. Opnieuw de vraag: wie eert God? Zij die van Hem houden en die tot Hem behoren loven en eren Hem.
Kijken we verder naar de context van die passages. Het begint met te zeggen “Ik zal Gods naam loven met gezang,” dus we zien iemand Hem loven. Daarna zien we de hemel en aarde Hem loven. Kijk goed naar de volgende zin: “Want God zal Sion verlossen…” Israël looft hier God, omdat Hij ze zal verlossen. Het is het verbondsvolk van God die Hem looft, Hem eert en prijst voor hun verlossing.
De volgende passage herinnert ons aan de beeldspraak van de uittocht. God leidde Israël ’s nachts door een vuurkolom en overdag door een wolkkolom. Zijn heerlijkheid was boven hun (boven de hemelen):
Psalm 113:4 “de HEERE is verheven boven alle heidenvolken, boven de hemel is Zijn heerlijkheid. 5 Wie is als de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont, 6 Die zeer laag ziet, in de hemel en op de aarde;”
Let op hoe de “hemel en aarde” in de volgende tekst van psalm 119 dienaren van de Here zijn:
Psalm 119:89 “Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel. 90 Uw trouw duurt van generatie op generatie; U hebt de aarde gegrondvest, zodat zij blijft staan. 91 Volgens Uw bepalingen blijven zij ook heden nog staan, want zij alle zijn Uw dienaren.”
Wie verklaart Gods gerechtigheid?
Psalm 50:4 “Hij roept tot de hemel daarboven en tot de aarde, om over Zijn volk recht te spreken: 5 Verzamel Mij Mijn gunstelingen, die een verbond met Mij sluiten door offers. 6 De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid; want God Zelf is Rechter. Sela”
Psalm 97:6 “De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid en alle volken zien Zijn heerlijkheid.”
Psalm 22:31 “Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen aan het volk dat geboren zal worden, want Hij heeft het gedaan.”
Hier zijn nog een paar voorbeelden uit Psalmen ter overweging:
Psalm 73:8 “Zij spotten en spreken boosaardig van onderdrukking, zij spreken uit de hoogte. 9 Zij zetten hun mond op tegen de hemel, hun tong wandelt honend rond op de aarde. 10 Daarom kan Gods volk ertoe komen, wanneer er een volle beker water voor hen uitgeperst wordt,”
Psalm 96:10 “Zeg onder de heidenvolken: De HEERE regeert; ja, vast staat de wereld, ze zal niet wankelen; Hij zal over de volken op billijke wijze rechtspreken. 11 Laat de hemel zich verblijden en de aarde zich verheugen, laat de zee bulderen met al wat ze bevat.”
Psalm 102:23 “wanneer de volken tezamen bijeen zullen komen, en de koninkrijken, om de HEERE te dienen. 24 Hij heeft mijn kracht op de weg neergedrukt, mijn dagen heeft Hij verkort. 25 Mijn God, zei ik, neem mij niet weg op de helft van mijn dagen, Uw jaren duren voort van generatie op generatie. 26 U hebt voorheen de aarde gegrondvest, de hemel is het werk van Uw handen. 27 Die zullen vergaan, maar Ú zult standhouden; zij alle zullen verslijten als een kleed. U zult ze verwisselen als een gewaad en zij zullen verdwijnen. 28 Maar U blijft Dezelfde, aan Uw jaren zal geen einde komen. 29 De kinderen van Uw dienaren zullen veilig wonen, hun nageslacht zal voor Uw aangezicht bevestigd worden.”
Het moet zo langzamerhand duidelijk worden dat deze verzen m.b.t. de hemel en de aarde veelal een grotere betekenis hebben dan simpel de fysieke aarde, zon, maan en sterren.
De Hemelen en de aarde in de Profeten.
In de profeten, zien we hetzelfde motief van de hemel en aarde gebruikt worden. De profeten doen er nog een schepje bovenop en voegen er apocalyptisch taal aan toe. Dit taalgebruik is uitermate metaforisch. We zien in de profeten de hemelen en de aarde gebruiken in verband met grote oordelen en grote zegeningen. We moeten ons zelf afvragen: vallen de fysieke hemelen en fysieke aarde onder een oordeel? Moeten de fysieke hemelen en de fysieke aarde verlost worden? Hou deze vragen in gedachten als we kijken naar een aantal tekstgedeelten uit de profeten.
Jesaja 13:10 “Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden zullen hun licht niet laten schijnen, de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt, en de maan zal haar licht niet laten schijnen. 11 Ik zal de wereld haar slechtheid vergelden, en de goddelozen hun ongerechtigheid. Ik zal de trots van de hoogmoedigen doen ophouden, en de hooghartigheid van de geweldplegers zal Ik vernederen. 12 Ik zal stervelingen schaarser maken dan zuiver goud en mensen zeldzamer dan het fijne goud van Ofir. 13 Daarom zal Ik de hemel doen sidderen, en de aarde zal los trillen van haar plaats om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten, en om de dag van Zijn brandende toorn.”
Kijk naar het oordeel over de hemel en de aarde. De zon zal verduistert worden en de maan zal haar licht niet geven. De hemel zal geschud worden en de aarde van haar plaats los trillen. We merken hier twee dingen op: het persoonlijk voornaamwoord “haar” wordt hier twee keer gebruikt, “haar licht” en “haar plaats”. God verwijst hier naar mensen, niet de fysieke wereld. Ten tweede, tussen deze verzen in proclameert God dat Hij de wereld zal straffen voor hun slechtheid en goddelozen voor hun ongerechtigheid. Hier dus een ander voorbeeld waar letterlijke uitleg van zon, maan, sterren, hemel en aarde geen stand houdt. De context is Gods oordeel over Babylon voor hun ongerechtigheid. Babylon wordt hier geschud en van zijn plaats gerukt. Nog een voorbeeld van een gelijksoortig tekstpassage van oordeel over de hemel en aarde:
Jesaja 34:4 “Heel het sterrenleger aan de hemel zal vergaan. De hemel zal opgerold worden als een boekrol, en heel zijn leger zal vallen, zoals bladeren vallen van een wijnstok, en zoals vijgen vallen van een vijgenboom. 5 Want Mijn zwaard is dronken geworden in de hemel. Zie, het zal neerdalen op Edom, op het volk dat Ik geslagen heb met de ban, als een oordeel.”
En hier is nog een tekstgedeelte dat profetisch het nieuwe verbond aankondigt:
Jesaja 51:4 “Sla acht op Mij, Mijn volk, Mijn natie, hoor Mij aan, want een wet zal van Mij uitgaan en Mijn recht zal Ik tot rust doen komen tot een licht voor de volken. 5 Mijn gerechtigheid is nabij, Mijn heil treedt tevoorschijn en Mijn armen zullen de volken oordelen, de kustlanden zullen op Mij wachten en op Mijn arm zullen ze hopen. 6 Sla uw ogen op naar de hemel en aanschouw de aarde beneden, want de hemel zal verdwijnen als rook, de aarde zal verslijten als een kleed, evenzo zullen haar bewoners sterven. Maar Mijn heil zal voor eeuwig bestaan, Mijn gerechtigheid zal niet verbroken worden.”
Dit verse spreekt van dat de hemel zal verdwijnen en de aarde verslijten als een kleed, maar Gods gerechtigheid en heil zal voor altijd bestaan. Het nieuwe testament verschaft hier meer duidelijkheid over:
Mattheüs 9:16 “Ook zet niemand een lap niet gekrompen stof op een oud bovenkleed, want de daarop genaaide lap scheurt van het bovenkleed af, en er ontstaat een ergere scheur.”
Hebreeën 1:10 “En: In het begin hebt U, Heere, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen. 11 Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, 12 en als een mantel zult U ze oprollen en ze zullen verwisseld worden; maar U bent Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden.”
Hebreeën 8:8 “Want hen berispend zegt Hij tegen hen: Zie, de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten.”
Hebreeën 8:13 “Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmee het eerste voor verouderd verklaard. En wat oud is verklaard en wat veroudert, staat op het punt te verdwijnen.”
De schrijver van Hebreeën maakt duidelijk dat de hemel en de aarde het oude verbond (Gods regeren via de tempel over het heilige land) voorstelt waar de profeten van spraken en wat verouderd is en op het punt staat te verdwijnen. Het nieuwe testament vertelt ons dat het de tijd was dat dit spoedig zou gebeuren. De duisternis van het oude verbond was verouderd en stond op het punt te worden verwijderd, en het licht van het nieuwe verbond begon te schijnen als de zon. De taal van de Joden is rijk aan metaforen en hyperbolen. Echter, als we consistent schrift met schrift vergelijken dan beginnen we deze dingen te zien. Terug naar de profeten.
Jesaja sprak ook veelal dezelfde taal als die van de Psalmen. We zien veel voorbeelden van hemel en aarde die de Here loven en prijzen. Ook zien we voorbeelden van de hemel en aarde voorgesteld als het verbondsvolk van God.
Jesaja 1:1 “Het visioen van Jesaja, de zoon van Amoz, dat hij gezien heeft over Juda en Jeruzalem, in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, koningen van Juda. 2 Luister, hemel, neem ter ore, aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen grootgebracht en doen opgroeien, maar zíj zijn tegen Mij in opstand gekomen.”
Jesaja 44:23 “Zing vrolijk, hemel, want de HEERE heeft het gedaan! Juich, diepten van de aarde! Breek uit, bergen, in gejuich, bossen en elke boom daarin! Want de HEERE heeft Jakob verlost en Zich verheerlijkt in Israël. 24 Zo zegt de HEERE, uw Verlosser, Uw Formeerder van de moederschoot af: Ik ben de HEERE, Die alles doet: Die de hemel uitspant, Ik alleen, Die de aarde uitspreidt door Mijzelf;”
Hier zien we dat God Zijn volk bergen noemt maar ook hemel en aarde:
Jesaja 49:13 “Juich, hemel, en verheug u, aarde, bergen, breek uit in gejuich, want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen.”
Jesaja 51:16 “Ik leg Mijn woorden in uw mond, en bedek u onder de schaduw van Mijn hand, om de hemel te planten en de aarde te grondvesten, om te zeggen tegen Sion: U bent Mijn volk.”
Er zijn nog veel meer voorbeelden van dit verbondsgebruik van de hemel en aarde in andere profetische geschriften:
Jeremia 51:48 “Hemel en aarde en al wat daarin is, zullen juichen over Babel, want vanuit het noorden zullen de verwoesters eropaf komen, spreekt de HEERE.”
Ezechiel 32:7 “Ik zal de hemel bedekken wanneer Ik u uit blus, zijn sterren zal Ik in het zwart hullen. Ik zal de zon met wolken bedekken, en de maan zal zijn licht niet laten schijnen. 8 Alle lichten die aan de hemel stralen, zal Ik omwille van u in het zwart hullen. Ik zal duisternis over uw land brengen, spreekt de Heere HEERE.”
1 Kronieken 16:30 “beef voor Zijn aangezicht, heel de aarde. Ja, vast staat de wereld, zij zal niet wankelen. 31 Laat de hemel zich verblijden en de aarde zich verheugen, laat men onder de heidenvolken zeggen: De HEERE regeert.”
Kijk eens naar de volgende wonderlijke tekst uit Hosea. Let op de verbinding tussen hemel en aarde met het verbondsvolk van God:
Hosea 2:8 “Ik zal voor hen een verbond sluiten op die dag met de dieren van het veld, met de vogels in de lucht en de kruipende dieren op de aarde. En boog, zwaard en strijd zal Ik van de aarde doen verdwijnen, en Ik zal hen onbezorgd doen neerliggen. 18 Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. 19 In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de HEERE kennen. 20 Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren. Ik zal de hemel verhoren en die zal de aarde verhoren. 21 Dan zal de aarde het koren, de nieuwe wijn en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. 22 En Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien en Mij ontfermen over Lo-Ruchama. Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en hij zal zeggen: Mijn God!”
En laten we nu ook nog eens kijken naar een wonderlijke tekst uit Jeremia. Deze passage leidt ons terug naar Genesis 1 en de schepping zelf.
Jeremia 4:22 “Voorzeker, Mijn volk is dwaas, men kent Mij niet. Verstandeloze kinderen zijn het, inzicht heeft men niet. Wijs is men in kwaad te doen, maar van goed doen weet men niet. 23 Ik zag het land, en zie, het was woest en leeg, en keek naar de hemel – zijn licht was er niet.”
Let op hoe Jeremia de dwaze en verstandeloze kinderen van Israël beschrijft, die wijs zijn in het doen van kwaad. Hij zegt dat hij het land zag en zie “het was woest en leeg, en keek naar de hemel – zijn licht was er niet.” Deze taal beschrijft de ongerechtigheid van Israel. De hemel gaf geen licht (was in duisternis). Dit lijkt op Genesis 1:
Genesis 1:1 “In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.”
De hemel en de aarde stellen Gods verbondsvolk voor, ook al in het begin. God gebruikt de hemelruim (hemel) en land (aarde) als metafoor om het volk van God en zijn verbond met hun voor te stellen en dat doet Hij door middel van Zijn geïnspireerde schriftgeleerden door heel de Bijbel heen. Kijk weer eens hoe Jeremia de aarde beschrijft die treurt en de hemel die zwart wordt (in duisternis):
Jeremia 4:27 “Want zo zegt de HEERE: Heel het land zal een woestenij worden – toch zal Ik er geen vernietigend einde aan maken. 28 Hierom zal de aarde treuren en de hemel daarboven in zwart gehuld worden, want Ik heb gesproken, Ik heb het Mij voorgenomen, en Ik zal geen berouw krijgen en er niet op terugkomen.”
Treurt de fysieke hemel? Nee. Maar Gods volk treurt als Hij komt (een ander volk gebruikt) om ze te straffen.
Jeremia 10:11 “Dit moet u tegen hen zeggen: De goden die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, die zullen van de aarde en van onder deze hemel vergaan. 12 Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid, Hij heeft de hemel door Zijn inzicht uitgespannen. 13 Als Hij Zijn stem laat klinken, dan is er gedruis van wateren aan de hemel. Hij doet dampen opstijgen van het einde van de aarde. Hij heeft bliksemflitsen bij de regen gemaakt. De wind brengt Hij uit Zijn schatkamers tevoorschijn.”
Dit is moeilijke taal, maar uit de context is het duidelijk dat Hij spreekt over Zijn volk en hun onheil (rampspoed), dus zo laat God hier zien dat Hij weer gebruikt maakt van de uitdrukking “hemel en aarde” wanneer Hij beschrijft wat zijn volk zal overkomen.
Wat dan met betrekking tot de kleine profeten?
Joel 2:10 “Bij die aanblik siddert de aarde, beeft de hemel. Zon en maan worden in het zwart gehuld en de sterren trekken hun licht in.”
Joel 2:28 “Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. 29 Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende. 32 Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.”
In het nieuwe testament predikte Petrus in Handelingen 2 dat deze passage vervuld zou worden omdat hij het bewijs van de heilige geest zag die werd uitgestort. Het hele tekstgedeelte gaat over het evangelie maar ook over het oordeel dat zou worden uitgevoerd. In het jaar 70 NC tijdens de verwoesting van Jeruzalem werd de zon verduisterd en waren er rookzuilen en is er veel bloed vergoten. Verder met de kleine profeten:
Wie anders dan Gods volk loofden de Here van de legermachten? De hemel en de aarde loofden de Here en Zijn majesteit bedekt hen:
Habakkuk 3:3 “God kwam van Teman, de Heilige van het gebergte Paran. Sela Zijn majesteit bedekte de hemel, de aarde was vol van Zijn lof.
Haggai 2:6 “Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nog één ogenblik, en dat is een korte tijd, dan zal Ik de hemel, de aarde, de zee en het droge doen beven. 8 Ik zal alle heidenvolken doen beven. Zij zullen komen naar het verlangen van alle heidenvolken en Ik zal dit huis vullen met heerlijkheid, zegt de HEERE van de legermachten.”
Deze profetie van Haggai verwijst naar de verwoesting van het oude verbond om plaats te maken voor het nieuwe verbond (Hebreeën 12:26-29). Het verwijst niet naar een verwoesting van de fysieke planeet aarde. Let op hoe God de referenties legt tussen de hemel, aarde, zee, en het droge land met alle naties. Die zinspelen allemaal naar mensen door de metafoor van de fysieke creatie. Als we dan verder gaan in Haggai:
Haggai 2:20 “Het woord van de HEERE kwam voor de tweede keer tot Haggaï, op de vierentwintigste van de maand: 22 Zeg tegen Zerubbabel, de landvoogd van Juda: Ik zal doen beven de hemel en de aarde. 23 Ik zal de troon van de koninkrijken omverwerpen en de kracht van de koninkrijken van de heidenvolken wegvagen. Ik zal de wagen met zijn berijder omverwerpen; de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van zijn broeder.”
We hebben veel oude testament passages gezien die wijzen naar de hemel en de aarde als zijnde Gods verbondsvolk. Wat dan met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die we zien in het nieuwe testament? De Bijbel is één boek en het is één verhaal. De schrijvers van het Nieuw Testament maakten veel gebruik van dezelfde taal als die van de Oud Testament schrijvers. Dus het hoeft geen verbazing te wekken als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde in het nieuwe testament ook verwijst naar het verbodsvolk van God. Laten we eens kijken naar een paar tekstpassages uit het Oude Testament die spreken van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde:
Jesaja 65:17 “Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart. 18 Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap. 19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw.”
Jesaja 66:22 “Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die Ik ga maken, voor Mijn aangezicht zullen blijven staan, spreekt de HEERE, zo zullen ook uw nageslacht en uw naam blijven staan.”
Van bovenstaande verzen is makkelijk de verbondscontext te zien van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Jeruzalem (synoniem hier met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde) schept vreugde en zijn volk blijdschap. In haar zal geen geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Degenen die uitgaan van letterlijke uitleg hebben het hier niet moeilijk mee. Ze houden vast dat God een heel nieuwe hemel en planeet aarde maakt. Zij geloven dat deze nieuwe hemel en nieuwe aarde een fysiek paradijs zal zijn waar geen dood en geen pijn en geen tranen meer zullen zijn. Maar is dat werkelijk wat deze teksten ons willen leren? Van de overweldigende hoeveelheid bewijsvoering zoals hierboven hebben laten zien, moeten we vaststellen dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde een verbondsbetekenis hebben net zoals ook de oude hemel en de oude aarde. Het spreekt van een overtreffende heerlijkheid van het nieuwe verbond.
Het Nieuwe Testament
Hoe meer ik het oude testament bestudeer, des te meer zie ik het nadeel van de onderbreking tussen het oude en nieuwe testament. Het nieuwe testament is eenvoudig een vervolg verhaal, de grote finale. Veel christenen kunnen zichzelf “nieuwtestamentische christenen” noemen omdat ze weinig tijd besteden in het oude testament en daarom er weinig van begrijpen. Het nieuwe testament is het einde van een verhaal, maar wat is goed aan het eind, als we het begin niet begrijpen? De openbaring van God stopte voor een periode van 400 jaar. God zweeg. Echter, als we kijken naar het einde van het oude testament, dan zullen we zien dat het nieuwe testament de draad weer oppakt daar waar het oude testament stopte.
Maleachi 4:4 “Denk aan de wet van Mozes, Mijn dienaar, die Ik hem geboden heb op Horeb voor heel Israël, aan de verordeningen en de bepalingen. 5 Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag. 6 Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.”
Markus 1:1 “Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. 2 Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, 3 en: De stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.”
Mattheüs 11:13 “Want al de profeten en de Wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. 14 En als u het wilt aannemen: hij is Elia, die komen zou. 15 Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.”
Het nieuwe testament pakt de draad weer op met de profetie van Elia uitgesproken door Maleachi aan het einde van het oude testament. Jezus bevestigde ons dat Johannes de Doper de vervulling was van de komst van Elia. Waarom is dit zo belangrijk? Het laat zien dat de Bijbel één boek is, één verhaal. Er zit samenhang tussen het oude en het nieuwe. Feitelijk liep het oude verbod door tot in de eerste eeuw. Het verdween niet onmiddellijk toen Christus naar het kruis ging, maar liep door gedurende de tijd dat het nieuwe testament geschreven werd (dit is duidelijk gemaakt in Hebreeën 8), totdat God de stad en het heiligdom 70 jaar na Christus verwoeste. Het is belangrijk dat je herinnert dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde géén nieuwe taal voor de Joden in de eerste eeuw was. Het was de gebruikelijke taal van het oude testament, die zij als geen ander begrepen. Dus ook wij moeten ons bewust zijn van de manier waarop het in het oude testament werd gebruikt, om zo ook deze taal, daar waar het in het nieuwe testament gebruikt wordt te kunnen begrijpen.
We gaan kijken naar een paar sleutel verzen in het nieuwe testament. 2 Petrus 3 is veruit de meest aangehaalde tekst ter ondersteuning van de verschillende gezichtspunten over eindtijd en het gebruikt de uitdrukking “hemel en aarde” verscheidene keren.
2 Petrus 3:1 “Deze tweede brief, geliefden, schrijf ik u nu. In beide wek ik door herinnering uw zuivere gezindheid op, 2 opdat u zich de woorden herinnert die door de heilige profeten voorheen gesproken zijn, en het gebod van de Heere en Zaligmaker, dat door middel van ons, apostelen, verkondigd is.”
Let op hoe Petrus zijn lezers aanmoedigt dat zij zich de woorden herinneren van de profeten. De nieuwe testament schrijvers onderwezen niets anders dan datgene, wat al was geprofeteerd in het oude testament (Hand 26:22). Hij wilde ze herinneren dat de profeten hadden gesproken van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
2 Petrus 3:5 “Want willens en wetens is het hun onbekend dat door het Woord van God de hemelen er reeds lang geweest zijn, evenals de aarde, die uit water oprijst en in water vaststaat. 6 Daardoor is de wereld die er toen was, vergaan, overspoeld door het water. 7 Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen.”
Stel jezelf eens de vraag: verwoeste de vloed in de dagen van Noach de fysieke hemel? Of je nu een voorstander bent van een wereldwijde vloed of voorstander bent van een regionale vloed, je moet toegeven dat de fysieke hemel niet verwoest is. Maar toch noemt God dat die tijd “hemel en aarde er reeds lang geweest zijn” en zei Hij dat ze zullen vergaan. Die “hemel” verging in de vloed. Waren de fysieke hemel en aarde verwoest? Nee. De vloed was een oordeel over mensen! Mensen zijn degenen die vergaan, niet de fysieke materie. De fysieke hemel en de fysieke aarde bleven intact. Dus die hemel moet ergens ander naar verwijzen dan naar de fysieke hemel en planeet aarde. Zij verwezen naar een volk, een goddeloze leefgemeenschap. Dit volk was de verbondslijn die kwam vanaf Adam door Seth heen en ze hadden zichzelf verdorven zoals verwoord Genesis 6.
“De hemel en de aarde die er nu zijn” spreken ook van een volk. Na de vloed maakte God een verbond met Noach en door de lijn van Seth ging zijn verbond verder. Door Abraham, Izak, Jacob, David en uiteindelijk naar een hoogtepunt met Jezus Christus, wijzen de “hemel en aarde die er nu zijn” terug naar het begin met Noach en Sem. God beloofde Noach dat Hij het land niet weer zou verwoesten door water en vloed. Petrus vertelt ons dat de “hemel en de aarde die er nu zijn” worden bewaard tot de dag van het oordeel. Als je het nieuwe testament goed begrijpt dat zul je zien dat het oordeel door vuur uitgesproken door Petrus een bedreiging was voor de tijd van zijn schrijven. Welke “hemel en aarde” zou veroordeeld worden spoedig nadat Petrus deze woorden had opgeschreven? In het jaar 70 na Christus kwamen de Romeinen en voerden het oordeel uit met de verwoesting van Jeruzalem.
2 Petrus 3:10 “Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.”
Petrus beschrijft hier opnieuw dat de “hemel” voorbij zal gaan. De elementen zijn geen fysieke elementen, maar zijn een directe verwijzing naar het oude verbondssysteem (doe een studie naar het Griekse woord “elementen”, dan wordt het snel duidelijk). “De aarde en de werken daarop” zijn een directe verwijzing naar de wet en het falen van Israël om gerechtvaardigd te worden door de wet. De elementen van het oude verbondssysteem versmolten in het vuur 70 jaar na Christus en de werken van de wet werden verbrand toen de tempel werd verwoest en afgebrand tot de grond (“geen steen zal op de ander gelaten worden, die niet zal worden afgebroken”, Mattheüs 24:2).
Wat heeft dit allemaal te maken met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde? Petrus verwijst hier naar in de volgende tekst:
2 Petrus 3:11 “Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; 12 u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten. 13 Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.”
Naar welke belofte zou Petrus kunnen verwijzen? De meesten zijn het eens dat dit een directe verwijzing is naar Jesaja 65. Laten we eens opnieuw kijken naar deze tekst en die vergelijken met Openbaring 21:
Jesaja 65:17 “Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart.”
Openbaring 21:1 “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.”
Kijk naar de parallel tussen “Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden” en “want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan.” We stellen de vraag: wat waren de “eerste” hemel en de “eerste” aarde? Is er een andere plaats in de bijbel dat spreekt van de schepping van de hemel en aarde anders dan in Genesis 1? Ik denk van niet. Dus dit voorbijgaan van “de eerste” moet verwijzen naar de hemel en de aarde in het begin. Wij zijn nu in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde en dat is een geestelijk koninkrijk. Dus wat is voorbijgegaan? De fysieke hemel en de fysieke aarde? Nee, wat voorbijgegaan is was het Oude Verbond (oude verbondssysteem ofwel de oude Joodse economie). Dus het lijkt logisch dat je de “eerste” hemel en de “eerste” aarde uit Genesis 1 kunt zien als het Oude Verbond Israël.
Jesaja 65:18 “Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap. 19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw.”
Openbaring 21:2 “en ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 3 En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. 4 En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.”
God verheugd zich in het nieuwe Jeruzalem en er zal geen rouw meer zijn of jammerklacht, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. Dit is het Nieuwe Verbond in Jezus Christus waar Gods volk niet langer onder de wet van zonde en dood is, die alleen maar pijn, verdriet, klagen en geestelijke dood voortbracht. Christus heeft alle dingen nieuw gemaakt.
Openbaring 21:5 “En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar. 6 En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens. 7 Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.”
Let op wat er verder gebeurd in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde:
Jesaja 65:20 “Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden. 21 Zij zullen huizen bouwen en erin wonen, zij zullen wijngaarden planten en van hun vrucht eten. 22 In wat zij bouwen, zal geen ander wonen, van wat zij planten, zal geen ander eten. Want de dagen van Mijn volk zullen zijn als de dagen van een boom, en Mijn uitverkorenen zullen lang genieten van het werk van hun handen.”
De woorden die hier gesproken worden in Jesaja 65 stellen profetisch het Nieuwe Verbond voor. De lange levenstijd verwijst hier naar het eeuwige leven zoals we vinden onder het Nieuwe Verbond in Jezus Christus. Eten van de vrucht van de wijngaarden is symbolisch voor het deelnemen aan de vrucht van de wijnstok (denk aan nieuwe wijn). Jezus vertelt ons in Johannes 15 dat Hij de ware wijnstok is.
Jesaja 65:25 “Een wolf en een lammetje zullen gezamenlijk weiden, een leeuw zal stro eten als een rund, een slang – zijn voedsel zal stof zijn. Zij zullen geen kwaad doen en geen verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, zegt de HEERE.”
Openbaring 21:24 “En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. 25 En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. 26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen.”
De wolf en de lam zijn niet letterlijk zoals velen wel trachten te zeggen, maar ze zijn symbolisch voor de verzoening van God tussen twee vijandige groeperingen, Israel en de Heidenen. Het stof dat het voedsel van de slang is, verwijst direct terug naar het hof van eden en de vloek. De Here verklaart hier dat niemand (zelfs de satan niet) kwaad of verderf kan aanrichten die op Zijn Heilige berg zijn (het Nieuwe Jeruzalem, de Nieuwe hemel en de Nieuwe aarde) waar de vloek voor altijd is weggenomen. De naties zullen in haar komen (tot geloof bekeerde heidenen) samen met de koningen der aarde (Joodse gelovigen) en zij zullen samen (op)gevoed worden in de heilige tempel van de Here. Kijk verder in Openbaring 21 en zie hoe Johannes de stad beschrijft in zijn visioen. De 12 poorten beschrijven de 12 stammen van Israel. De 12 fundaties zijn de 12 apostelen, en we weten dat Jezus de hoeksteen is. Is dit één of andere fysieke hemelse stad? Nee, deze passage vertelt ons dat het Nieuwe Jeruzalem de kerk is, de bruid van Christus:
Openbaring 21:9 “En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. 10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.”
De bruid, de vrouw van het Lam is equivalent met de grote stad, het heilige Jeruzalem. Het is volkomen duidelijk. De Nieuwe Hemel en de Nieuw Aarde zijn Gods heilige stad, de vrouw van het Lam, de bruid, de kerk van Jezus Christus. Met dat in onze gedachten, is het dan niet redelijk om aan te nemen dat de eerste hemel en de eerste aarde verwijzen naar Gods volk of Gods verbond? Eigenlijk geeft dit juist veel meer samenhang in het hele verhaal. Het helpt ons ook om meer inzicht te krijgen in het voorheen moeilijk te begrijpen nieuwe testament teksten zoals bijvoorbeeld in Lucas 16 en 21:
Lucas 16:16 “De Wet en de Profeten zijn er tot Johannes. Vanaf die tijd wordt het Koninkrijk van God verkondigd, en ieder doet het geweld aan. 17 En het is gemakkelijker dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel van de wet wegvalt.”
Jezus verteld ons duidelijk in de rede van de laatste dingen dat de hemel en de aarde spoedig zullen verdwijnen:
Lucas 21:33 “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan.”
Dus opnieuw, welke hemel en aarde waar Jezus naar verwijst zullen voorbijgaan? We kunnen gevoeglijk aannemen dat dit dezelfde hemel en aarde is als uit Genesis 1 en dat dit het verbond betreft. Ja, dit gaat rechtstreeks in tegen de kerkgeschiedenis, belijdenissen en kerkelijke traditie. Maar wat is onze autoriteit? De geschiedenis? Belijdenissen? Wat moeten we dan met de schriften? Door heel de schriften heen zien we vers na vers waar met de hemel en de aarde iets anders bedoeld wordt dan de fysieke, ruimtelijke materie. Ze verwijzen naar Gods volk, hun geweten onder de wet (van schuld en veroordeling), en daarna van genade (geen schaamte). Het is een geestelijk geschiedenis! Ik weet zeker dat er veel vraagtekens en veel vragen zullen zijn en velen zullen twijfelen. En ik ben de eerste om toe te geven dat ik ook niet alle antwoorden heb. Het enigste wat ik vraag is om zorgvuldig de schriften na te gaan door tekst met tekst te vergelijken, laat daarbij alle vooringenomen standpunten los en de laat de schriften jou leiden.
Tenslotte nog een paar vragen:
Wat voor boek is de bijbel eigenlijk? Wat was Gods hoofddoel toen Hij ons de bijbel gaf? Is het een wetenschappelijk boek ontworpen om te bewijzen dat God de schepper is van het universum? Of is het hoofdzakelijk een boek van een verbond waarin God zich openbaart hoe Hij zich onderhoudt met de mensheid? In het licht van deze studie over de hemel en de aarde, wil ik vaststellen dat Gods woord gaat over een verbond, en Hij gebruikt de beeldspraak van de hemel en de aarde om Zijn relatie met zijn volk te beschrijven. Dit vermindert geenszins het majestueuze van de fysiek schepping, maar het wijst naar een veel grotere heerlijkheid: Zijn schepping van een verbond met de mens naar uiteindelijk Zijn nieuwe schepping in Jezus Christus onze Here.